De reputatiestaat van het onderwijs
Een goede reputatie is in het onderwijs allesbepalend voor succes. Dat geldt voor individuele instellingen, voor de positie van ons land als kenniseconomie en voor de ontwikkeling van leerlingen en studenten. Hoe staat het met de reputatie van en binnen de sector?
5 april 2023 – De onderwijssector als geheel en instellingen daarbinnen hebben geregeld te maken met kritiek uit verschillende hoeken. De werk- en prestatiedruk, inclusiviteit en grensoverschrijdend gedrag; het zijn terugkerende thema’s in de media. Internationaal staat het Nederlandse onderwijs hoog aangeschreven, maar ons land daalt al langere tijd op de internationale ranglijsten. Het leesniveau holt achteruit, er is kritiek op bestuurders die te ver van de praktijk staan en – zoals de ophef over de Week van de Lentekriebels bewees– er is discussie over de aanpak van gevoelige onderwerpen.
Voordelen
Een goede reputatie maakt het gemakkelijker voor onderwijsinstellingen om nieuwe leerlingen, studenten en medewerkers aan te trekken. Het maakt ook dat deze stakeholders zich beter ontwikkelen en meer thuis voelen. Daarnaast zijn scholen en instellingen met een sterke reputatie een aantrekkelijke (samenwerkings-)partner voor andere organisaties, bedrijven of buitenlandse onderwijsinstellingen. Zij kunnen bovendien met meer rust en ruimte hun beleid uitvoeren.
Onderwijs langs de reputatiemeetlat
Aan de hand van de vijf reputatieregels van IVRM werpen we een blik op de sector. Zo kunnen instellingen van elkaar leren en hun reputatiebewustzijn versterken.
1. Prestaties: zorg voor kwaliteit
Kwaliteit van onderwijs is de absolute basis voor een sterke reputatie. Het gaat niet alleen om de kwaliteit van lessen en colleges, docenten en het toetsingsproces. Maar ook om de dienstverlening aan leerlingen, studenten en ouders. En heeft de instelling het huishoudboekje op orde?
Universiteiten en hogescholen weten zich over het algemeen goed te onderscheiden op kwaliteit. De Universiteit van Wageningen en Avans Hogeschool scoren hoog in de lijstjes. Ook in het mbo zien we vrij consistent dezelfde ROC’s op de eerste plaats staan, al zijn de ranglijsten niet zaligmakend. Wat kenmerkt deze instellingen? Continue kwaliteit van het onderwijs, goede docenten, sfeer en aandacht voor de studenten. Onderwijs is mensenwerk, en reputaties zijn daarmee sterk afhankelijk van mensen. Dat is in het primair en voortgezet onderwijs niet anders. Ook een duidelijke focus in onderzoek en onderwijs (Wageningen) of oriëntatie (zoals bij het reformatorische Hoornbeeck College) kan bijdragen aan een hoge score op de reputatiefactor prestaties.
2. Leiderschap: wees toonaangevend
Bij goed leiderschap gaat het in de eerste plaats om goed bestuur en voorbeeldgedrag: wat doet de bovenste bestuurslaag en werkt die moraal trickle down? Een onderwijsbestuurder die geregeld luxe, verre zakenreisjes maakt, toont geen voorbeeldgedrag. Bestuurders die wanbeleid voeren zijn weliswaar uitzonderingen, maar de gevolgen -voor leerlingen, ouders en team- zijn groot.
Succesvolle leiders daarentegen zijn van onbesproken gedrag, hebben een duidelijke visie en geven hun team, waarin ieder zich verantwoordelijk voelt, ruimte. Zij weten wat er intern en extern leeft. Om voeling met de veranderende lespraktijk te houden, zou iedere bestuurder een jonge leerkracht als mentor moeten hebben.
Een onderwijsinstelling kan zich ook onderscheiden door toonaangevend te zijn in een onderwijsvisie, in methodes of bij actuele kwesties. Een voorbeeld is de TU Eindhoven met het diversiteitsprogramma Irène Curie (dat zelfs tot Kamervragen leidde). Integraal kindcentrum Mondomijn onderscheidt zich in haar visie door maatwerk en door de brede ontwikkeling van kinderen. Belangrijk: een visie is er niet om je alleen op te profileren, het moet verweven zijn in de organisatie.
3. Maatschappelijk relevantie: benut de sociale rol
Het onderwijs is per definitie een maatschappelijk relevante sector, maar ook hier zijn er goede en slechte voorbeelden. Het al genoemde programma van de TU Eindhoven speelt in op het maatschappelijke vraagstuk van diversiteit. Aan de andere kant zien we uitsluiting en zijn discussies over internationalisering, klimaatverandering en inclusiviteit aan de orde van de dag. Het zijn de grote thema’s van nu, die zelfs leiden tot het verwijderen van een schilderij met oude, rokende mannen.
Deze derde reputatieregel gaat ook over de voorbereiding van leerlingen en studenten op deelname aan de samenleving. Sommige scholen onderscheiden zich op dit punt door hun brede vorming.
Opvallend is dat van één sector de maatschappelijke relevantie vaak wordt onderschat: het mbo. Terwijl vakmensen (steeds meer) worden gewaardeerd, geldt dat voor het mbo nauwelijks. Veel ouders zien hun kind liever op de havo. Samen met de grote personeelstekorten redenen genoeg om de waardering voor het mbo te verhogen.
4. Werkomgeving: zorg voor een gezond klimaat
De hoge werkdruk is een terugkerend thema in het onderwijs, gevoed door het grote lerarentekort. De recent gestarte pilots in het hoger onderwijs moeten de werkdruk verlagen. Ook bij studenten; werkdruk leidt zowel in het hoger onderwijs als op het mbo tot mentale problemen als stress en burn-out. Zelfs PO- en VO-leerlingen hebben mentaal last van de toets- en prestatiedruk.
Het lerarentekort is niet op korte termijn op te lossen, dat vraagt om ingrijpende politieke besluiten. Instellingen kunnen wél zorgen voor een veilig en gezond werkklimaat om hun medewerkers te behouden. De RUG is niet uniek in de problematiek rond sociale onveiligheid. Het komt op scholen van allerlei niveaus voor. Voor een goede werkgeversreputatie moet sociale veiligheid prioriteit hebben. Een klimaat waarin medewerkers klachten durven te uiten of misstanden te melden en waarin iedereen op de hoogte is van de geschreven en ongeschreven regels.
5. Wendbaarheid: speel in op actuele ontwikkelingen
Voor een sterke reputatie moet de instelling of school wendbaar zijn. Dat wil zeggen dat men inspeelt op sentimenten en ontwikkelingen in de samenleving, zoals de arbeidsmarktvraag. Onderwijs en innovatie blijft een lastige combinatie. Veel grote hervormingen zijn weer teruggedraaid, docenten zijn alle veranderingen beu. Tegelijk zijn er zeker goede voorbeelden van onderwijsinnovaties en worden talen zoals Chinees steeds vaker aangeboden op basis- en VO-scholen om in te spelen op nieuwe verhoudingen in de wereld.
Hoger in de lijstjes
Kijken we naar deze vijf reputatieregels, dan is de reputatiestaat van het onderwijs niet in een rapportcijfer samen te vatten. De onderlinge verschillen tussen scholen en instellingen zijn te groot en er spelen teveel factoren mee. Duidelijk is wel dat iedere instelling zich positief kan onderscheiden op een of meerdere van de hierboven behandelde reputatiefactoren om succesvol te zijn. Nederland moet weer klimmen in de lijstjes!